Werkgroep locoregionaal
Locoregionale behandeling bij mamacarcinoom
Locoregionale behandeling bestaat uit chirurgie (operatie) en/of radiotherapie (bestraling). Er zijn twee soorten operaties mogelijk: één waarbij de borst gespaard blijft en één waarbij de borst geamputeerd wordt. Bij een borstsparende operatie wordt alleen de tumor uit de borst verwijderd met een randje gezond weefsel. Een borstsparende behandeling wordt altijd gecombineerd met bestraling. Bij een borstamputatie wordt de gehele borst verwijderd. Soms is het ook na een borstamputatie nodig om te bestralen.
Bij de operatie worden ook lymfeklieren in de oksel weggehaald. De kanker kan zich verspreiden via de lymfeklieren, zodat het belangrijk is om te kijken of de lymfeklieren kankercellen bevatten. Tegenwoordig wordt steeds vaker slechts een of enkele lymfeklieren verwijderd, Deze lymfeklier(en) worden ook wel de schildwachtklier(en) genoemd. Als er in de schildwachtklier(en) geen kankercellen worden gevonden, is de kans klein dat de kankercellen zich hebben verspreid en worden de andere lymfeklieren niet verwijderd uit de oksel.
Bestraling is een andere naam voor radiotherapie. De straling die op de tumor wordt gericht bevat veel energie. Die energie zorgt ervoor dat het DNA in de cellen beschadigd wordt. Kankercellen kunnen het DNA niet goed repareren waardoor de cel doodgaat. Gezonde cellen kunnen over het algemeen het genetische materiaal wel repareren.
Studieportfolio en nieuwe studievoorstellen
Er zijn momenteel drie lopende BOOG studies binnen dit indicatie gebied: 2013-08 , LORD en de TOP-1 studie.
In de TOP-1 een prospectieve registratiestudie, wordt bij oudere patiënten met zeer laag risico, dus zonder indicatie voor adjuvante systemische therapie, de radiotherapie weggelaten na borstsparende chirurgie. basis van onderzoek van afgelopen jaren is het TOP-consortium van mening dat het weglaten van bestraling de nieuwe standaard moet zijn. Het TOP-1-onderzoek toetst dit nieuwe beleid in een onderzoeksetting.
Het doel van de 2013-08 studie is overbehandeling van de oksel te voorkomen en het aantal complicaties door okselklierbehandeling te beperken, maar met gelijke ziektecontrole en algehele overleving. Primair eindpunt is het aantal regionale recidieven na vijf en 10 jaar follow-up. De TOP-1- en de Lumpectomie-studie kunnen niet worden gecombineerd.
De LORD studie is een prospectieve, gerandomiseerde studie met als doel te onderzoeken of het veilig is om vrouwen met een leeftijd van ten minste 45 jaar met alleen laaggradig DCIS (gevonden door middel van screening op basis van calcificaties) niet te behandelen maar jaarlijks te controleren. Deze studie wordt binnenkort geamendeerd naar een observationele registratie studie waarbij de keuze voor wel of niet behandelen door de behandelend arts en patiënte gemaakt wordt. Patiënten gegevens worden verzameld zodat er ook zal worden gekeken of er kenmerken zijn die voorspellen of een bepaalde DCIS-afwijking zich kan ontwikkelen tot borstkanker.
Eind 2014 werd een Alpe d’HuZes-subsidie verkregen om ‘Samen beslissen’ te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren op drie belangrijke keuzemomenten voor borstkankerpatiënten:
- Keuze borstsparende behandeling versus ablatio.
- Keuze wel/geen bestraling bij patiënten met een relatief laag risico op een lokaal recidief.
- Keuze voor de nazorgstrategie.
Momenteel worden deze keuzehulpen ontwikkeld en verder wordt geëvalueerd.
Uitgebreide informatie over bovenstaande is te vinden in het Studieoverzicht onder Studies.
Studies op de schrijftafel
Er wordt gewerkt aan diverse studievoorstellen zoals pre-operatieve bestraling om directe reconstructie mogelijk te maken, radiotherapie bij patiënten die niet geopereerd kunnen of willen worden en die standaard endocriene therapie krijgen, radiotherapie bij patiënten met BRCA1-2 mutatie die geen contralaterale mastectomie krijgen.
Ook een Europees voorstel betreffende okselbehandeling na neoadjuvante chemotherapie ligt ter tafel.
Vergaderingen
De werkgroep vergadert gemiddeld 2-4 keer per jaar via een teleconference en komt 1 keer per jaar bijeen. De werkgroep presenteert haar jaarplan, studieportfolio en nieuwe studievoorstellen op de plenaire BOOG vergaderingen die 2x per jaar plaatsvinden. De presentaties van het afgelopen jaar zijn te bekijken op het tabblad ‘Home - bijeenkomsten en documentatie' van deze website.